Slide background
Slide background
Slide background

WIA Verzekering

De WAO, de Wet op de ArbeidsOngeschiktheid, heeft bestaan van 1 juli 1967 tot eind 2005. Deze werknemersverzekering was bedoeld om een vangnet te bieden voor werknemers die door een handicap of een ernstige ziekte helemaal niet meer konden werken of verminderd inzetbaar waren. Mensen werden voor een bepaald percentage arbeidsongeschikt verklaard. Vanaf 20 procent arbeidsongeschiktheid kregen ze een uitkering van 0,20 maal 80 procent van het laatstverdiende loon. Die uitkering werd hoger naarmate het percentage arbeidsongeschiktheid toenam. Vanaf 80 procent arbeidsongeschiktheid kregen ze de volle 80 procent van het laatstverdiende loon.

Al gauw bleek dat er misbruik werd gemaakt van de WAO. Een WW-uitkering was lager. Bovendien werd op WW''ers veel meer druk uitgeoefend om weer aan het werk te gaan. Als een werkgever van een werknemer af wilde, regelden ze dus vaak samen dat de werknemer op grond van vage klachten (de rug, een burn-out) in de WAO terechtkwam. Zo werd de WAO een soort veredelde WW.
Daarom werd in 1985 de uitkering verlaagd tot 70 procent van het laatstverdiende loon. Bovendien werden de keuringseisen steeds strenger.
Eind 2005 werd de WAO vervangen door de WIA, de Wet Werk en Inkomen naar Arbeidsvermogen. De WIA gaat niet uit van wat de werknemer niet meer kan, maar van wat hij nog wel kan.

De WIA heeft twee onderdelen:

  • de regeling Werkhervatting Gedeeltelijk Arbeidsgeschikten (WGA);
  • de regeling Inkomensvoorziening Volledig Arbeidsongeschikten (IVA).

De IVA is er voor (ex-)werknemers die voor meer dan 80 procent arbeidsongeschikt zijn. Ze kunnen maar heel weinig of helemaal niet meer werken. Ze krijgen een uitkering van 75 procent van het laatstverdiende loon.
De WGA is er voor werknemers die maar voor een deel arbeidsongeschikt zijn verklaard, en wel tussen 35 en 80 procent. Ook sommige mensen die voor meer dan 80 procent arbeidsongeschikt zijn verklaard, vallen onder de WGA als ze vermoedelijk op termijn weer parttime aan de slag kunnen.

Een WGA'er krijgt:

  • 70 procent van het laatstverdiende loon als hij geen werk heeft;
  • een aanvulling op het loon als hij wel werk heeft. Die aanvulling komt neer op 70 procent van het verschil tussen het oude loon en het loon dat hij zou kunnen verdienen.

Na enige tijd (afhankelijk van de leeftijd) gaat een vervolguitkering in:

  • Wie nog een loon verdient van minstens 50 procent van de resterende verdiencapaciteit, krijgt een loonaanvulling van 70 procent van het verschil tussen het oude loon (met een maximum) en het loon bij volledige benutting van de resterende verdiencapaciteit.
  • Wie minder verdient, of helemaal niets, is doorgaans slechter af. Hij krijgt een uitkering ter hoogte van een bepaald percentage van het minimumloon.
    Dat percentage is afhankelijk van de mate van arbeidsongeschiktheid.
    Wie voor minder dan 35 procent arbeidsongeschikt is, krijgt helemaal geen uitkering.

    Het is voor een werkgever wel mogelijk iets te doen voor werknemers die arbeidsongeschikt worden. Dan moet hij een collectieve arbeidsongeschiktheidsverzekering afsluiten.

Aanvraag Verzekering

Een initiatief van:

Diepenhorst