Geld- en fraudeverzekering
Langzaam verdwijnt het contante geld en wordt het vervangen door plastic geld. Bankpassen, creditcards en chipknips zijn nog steeds in opmars. Toch is de rol van contant geld nog lang niet uitgespeeld. Voor veel ondernemers is een verzekering tegen schade door verlies van waardepapieren (geld en geldswaardige papieren) nog steeds een noodzaak.
Een dergelijke verzekering kan twee vormen aannemen:
- de geld- en fraudeverzekering en
- de geld(-transport)verzekering.
De verzekerbare risico's zijn:
- het verblijfsrisico;
- het frauderisico;
- het vervoersrisico.
De geld- en fraudeverzekering biedt dekking voor alle drie de risico's, de geld(-transport)verzekering alleen voor het vervoersrisico.
Verblijfsrisico
Het verblijfsrisico is het risico dat er iets gebeurt met geld dat ergens is opgeslagen: bij een bankinstelling, bij u op kantoor of bij u thuis. Daar kan het geld verloren gaan door:
- afpersing en diefstal die gepaard gaat met geweld en/of bedreiging;
- diefstal waarbij de dief zich toegang verschaft door iets te vernielen;
- brand, blikseminslag of ontploffing.
Frauderisico
Een fraudeur probeert door list en bedrog uw bedrijf geld afhandig te maken. Het frauderisico is veel moeilijker in te schatten dan het verblijfsrisico of het vervoersrisico. Het kan ook veel langer duren voordat de fraude wordt ontdekt. Daarom wordt als frauderisico meestal een tamelijk hoog bedrag verzekerd.
Vaak is de fraudeur een medewerker van het eigen bedrijf. Als de fraudeur de directeur-eigenaar is, keert de verzekering niet uit.
Vervoersrisico
Als het vervoersrisico wordt verzekerd, geldt de verzekering alleen tijdens het geldtransport en niet als het geld tussen twee transporten door even wordt opgeslagen. Als dat onvermijdelijk is, kunt u die opslagtijd meeverzekeren met een nacht- en/of thuisrisicoclausule. Dan is het geld verzekerd als de beheerder het een nachtje onder zich houdt. Hij moet het wel onder zijn onmiddellijk bereik houden.
De verzekeraar kan eisen dat uw bedrijf een kluis of een brandkast aanschaft. Een kluis biedt bescherming tegen inbraak, een brandkast tegen brand of waterschade.
Doorgaans is alleen schade verzekerd die is ontstaan na de ingangsdatum van de verzekering. De schade moet maximaal een jaar na het ontstaan ontdekt zijn. Voor fraude - die is immers moeilijker te ontdekken - kan de termijn desgewenst worden verlengd tot 2 of 5 jaar.
Tegen een extra premie is ook schade te verzekeren die is ontstaan vóór de ingangsdatum (het zogeheten inlooprisico).
Behalve in het geval van de frauderende directeur keert de verzekeraar ook niet uit:
- als de schade is veroorzaakt door een medewerker van wie u wist dat die al eerder heeft gestolen;
- als de kluis openstond en niemand toezicht hield;
- als het geld is verdwenen tijdens vervoer per post of met een vervoerder die niet door de verzekeraar wordt erkend.
De geld- en fraudeverzekering kent een eigen risico. Dat is naar keuze een vast bedrag of een percentage van de schade.
Hier kunt u meer informatie aanvragen.